Dit is nog eens een vraag, na enige zoekwerk...

Allereerst mijn vraag aan u: Heeft u een contract omtrent het liggeld en staat hier iets in over het liggeld?

Aangezien ik verwacht dat u geen contract heeft en/of dat daar niets over verhogen van liggeld in staan mijn antwoord.

Ten aanzien van de precarioheffing(liggeld):

Wat mogen gemeenten weren wat niet?



De tekst van artikel 88 Huisvestingswet doet vermoeden dat gemeenten alleen maar ligplaatsen mogen aanwijzen en gelden mogen innen en verder niets. Koren op de molen van bijvoorbeeld diegenen die menen dat de gemeente geen welstandseisen e.d. aan woonschepen mag stellen.

Dit is echter een (hardnekkig) misverstand, dat zich ook al voordeed ten aanzien van de betekenis van artikel 31. Laatst genoemd artikel kon en kan namelijk niet. voorkomen dat gemeentelijke of provinciale verordeningen met een ander onderwerp dan dat van de www bestaansrecht hebben. Voorbeelden zijn de provinciale landschapsverordeningen en de gemeentelijke APV, woonschepenverordening e.d. Artikel 88 is bedoeld als aanvulling op het geen in artikel. 121 Gemeentewet is bepaald, nl. dat de gemeente bevoegd is om bestaande wetgeving aan te vullen met eigen verordeningen. Die losstaande wetgeving is in dit geval de Huisvestingswet en de betekenis van artikel 88 is dan ook beperkt tot aanvullingen die hetzelfde onderwerp als de Huisvestingswet betreffen. Het staat de gemeente vrij om veranderingen te maken betreffende andere onderwerpen, ook als die verordeningen woonschepen en/of ligplaatsen raken, De bevoegdheid daarmee is, Zoals hierboven uiteengezet, niet besproken door art. 88 Huisvestingswet noch door art. 31 WWW. in artikel 149 Gemeentewet is bepaald dat de gemeenteraad de verordeningen maakt die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt.

Heel kort gezegd, Ja ze mogen het verhogen volgens art. 229..

U kunt echter wel bezwaar hier tegen maken. Als u met de juiste bezwaren komt kunt u er een zaak van maken.