Rapporteren

Let op: Deze rapporteerfunctie is bedoeld om schendingen van de huisregels voor Vraag & Beantwoord te melden. De redactie beoordeelt jouw melding alleen daarop. Wil je dat jouw reactie ook op het forum leesbaar is? Log dan eerst in op de Kassa-site en plaats je bijdrage. Of start zelf even een topic met je eigen vraag erin verwoord.

Heb je een vraag voor Kassa? Stel deze dan via dit contactformulier.

Je wilt de volgende vraag rapporteren aan de redactie:

ve
verwijderd - 25-06-2012 14:22:57
Garantie & Verzekeringen

Wajong-uitkering gestopt

Beste mensen,

er werden aan mij een aantal vragen gesteld. graag wil ik hier dan ook op reageren. allereerst, ik stel het erg op prijs dat u mee denkt dan helpt mij ook weer verder, bedankt hiervoor!

het stukje welke geschreven is door "trend spray" vond ik interessant. door direct onderscheid te maken tussen het lichamelijke en geestelijke. begin 2012 kwam ik er achter dat mijn spieren continu gespannen stonden, had dan ook nekklachten. gelukkig is door veel oefenen dat weggegaan met behulp van de fysiotherapeut. ik kwam er achter door het doen van de oefeningen en het was al een goed teken dat ik dit zelf ontdekte en hier ook invloed op uit kon oefenen. de huisarts heeft niet genoeg doorgevraagd m.i. door mij gelijk door te verwijzen naar een psycholoog, die vroeg niet of mijn spieren ook gespannen stonden. ik vind het belangrijk dat wanneer er sprake is vermoeidheid bij iemand dat er goede analyse vragen gesteld dient te worden. via de vermoeidheidspoli in lelystad ben ik gelukkig terecht gekomen bij een fysiotherapeut.

bij mij is er een officiële diagnose gesteld namelijk autisme stoornis. je hebt in het ass (autisme spectrum stoornis) pdd-nos, asperger en dus autisme stoornis. verder zou ik obsessieve compulsieve stoornis hebben volgens het uwv. in mijn jeugd was er een vermoeden van adhd. dit laatste is echter niet onderzocht. verder slik ik nu sint janskruid om de vermoeidheid tegen te gaan. ik kreeg in beginsel antidepressiva maar werd daar niet goed van. ik had al last van oorsuizen (ook wel tinnitus genoemd) en dat versterkte het alleen maar.

op dit moment krijg ik begeleiding van een re-integratie bureau omdat ik in de ziektewet zit. zij zoeken een administratieve baan voor mij. administratief werk kwam naar voren uit een beroepskeuze test van compaz. nu ik post bezorg gaat het wel beter met mij, alhoewel de vermoeidheid soms sterk optreedt. ik over de dag gezien verschillende dal momenten waar ik mij extreem moe voel. met de post moet ik dan extra goed opletten anders gaat het verkeerd, iets wat ik niet wil.

juist nu het postbezorgen wel beter gaat met mij wil ik dat aanhouden. maar het re-integratie bureau wil dat ik ga stoppen met de post, opdat ik dan mij op één baan kan gaan richten op circa 24 uur in de week. dit terwijl ik liever in de ochtend uren bijvoorbeeld administratief werk wil gaan doen of iets anders en in de middag lekker buiten bezig zijn met de post. maar dat is te lastig omdat je moeilijk 2 banen met elkaar kunt combineren. als ik bijvoorbeeld elke ochtend 4 uurtjes zou gaan werken dan zit ik al op het vereiste aantal uren in de week. het uwv wil graag dat wanneer je voor 30 uur in de ziektewet zit, dat je dan ook weer 30 uur gaat werken. bij de laatste werkgever had ik een bruto salaris van circa 8,81 in het uur. om die reden werkte ik meer uren in de week. de vorige werkgever had een bruto uur salaris van 11,50. ik dacht ga maar een paar euro's op achteruit maar daar heb ik me flink op verkeken.

wat ik graag wil is eerst flink gaan werken aan mijn vermoeidheid om dit onder de loep te nemen. als ik dat goed op orde heb en daar beter mee kan omgaan, dan zou ik misschien voorzichtig aan weer meer uren kunnen gaan werken als dat mogelijk zou zijn. nu is de situatie zo dat ik een baan dien te gaan zoeken voor totaal 24 uur. dat zie ik momenteel niet zitten. iedereen in mijn omgeving zegt (nu ik postbezorg) dat ik er veel gezonder uit zie. ben nu ook veel bruiner dan wanneer je op kantoor zit.


mening van de verzekeringsarts uwv:

cliënt heeft in 1996 aanvraag ingediend voor een wajong uitkering. bijgevoegd was een verklaring van de pedagoog van vso school, waarin deze aangaf dat cliënt een gemiddeld iq heeft van 90, hij duidelijk problemen heeft met betrekking tot korte geheugen, informatieverwerking en aanbrengen van structuur en verder dat hij sociaal-emotioneel zeer kwetsbaar is en hierom aangewezen is op speciaal onderwijs. hij gaf aan dat cliënt qua werk zonder meer gewezen was op een beschermde omgeving. bij medische beoordeling uit 1996 bleek dat cliënt op dat moment stage te lopen bij de openbare bibliotheek en dit beviel erg goed. hij had weinig sociale contacten, bij ouders wonend. geen fysieke gezondheidsproblemen. cliënt werd geschikt bevonden eenvoudige goed gestructureerde werkzaamheden te verrichten zonder noodzaak tot intensief contact met andere mensen. de verzekeringsarts verwachtte nog wel verbetering in het proces van volwassen worden. op arbeidsdeskundige gronden werd cliënt volledig arbeidsongeschikt bevonden en kreeg hij een wajong uitkering toegekend.

vanaf 1998 vond cliënt betaald werk en was er op basis van inkomsten (36 uur per week met verminderd loonwaarde bij de bovengenoemde bibliotheek een 25-35% arbeidsongeschiktheid welke middels art 50 wajong (twijfel van duurzaamheid) werd verrekend.

2000 melding werkgevever aangaande verslechterd functioneren van cliënt samenhangend met persoonlijke problemen, hiervoor inschakelen jobcoach, in verband hiermee ook ziekmelding in 2000 en tijdelijk verblijf in herstellingsoord. werkhervatting vanaf oktober 2000, cliënt nam in 2001 ontslag omdat hij graag verder wilde ontwikkelen, door het volgen van een opleiding. hij zou met een opleiding helpende welzijn (spw) beginnen vanaf september 2001.

in juni 2002 de vermelding dat cliënt spw opleiding niveau 2 met goed gevolg had afgerond inclusief stage bij een verzorgingstehuis. het verzorgingstehuis wilde cliënt graag een contract aanbieden.

in augustus 2002 vond medisch heronderzoek plaats in het kader van aanvraag voortzetting uitkering wajong na verstrijken 5 jaarstermijn. cliënt gaf aan een periode depressief te zijn geweest naar aanleiding van het overlijden van zijn broer. cliënt woonde inmiddels op kamers met andere jongens. de beoordelend arts gaf aan dat de benutbare mogelijkheden van cliënt wel wat waren toegenomen, maar dat cliënt nog steeds aangewezen was op weinig stresserend eenvoudig voorgestructureerd werk onder intensieve begeleiding. op grond hiervan was doorgaands sprake van een volledige arbeidsongeschiktheid op arbeidskundige gronden. cliënt ging bleek vanaf zomer 2002 in het verzorgingstehuis te werken voor circa 20 uur. wajong werd uitbetaald als ware hij 45-55% arbeidsongeschikt. in 2005 vond medisch heronderzoek plaats in het kader van asb. cliënt gaf aan zich op school altijd geremd en ontmoedigd te hebben gevoeld door leerkrachten. hij bleek inmiddels de volwassen mavo te voltooid te hebben, 1 jaar havo met deelcertificaten te hebben gedaan en om dat moment bezig met mbo sociaal juridisch medewerker, 1 jaar afgerond met goed resultaat. zelfstandig wonend, in staat eigen huishouding te doen in samenwerking met de andere jongens. nog steeds moeite met samenwerken, ergeren aan anderen die minder gemotiveerd zijn. weinig sociale contacten. moeite om meerdere zaken tegelijk te doen. cliënt had geen behandeling of begeleiding. de verzekeringsarts oordeelde dat de problematiek van cliënt paste bij pdd-nos en dat er ook sprake was van obsessief compulsieve trekken. de verzekeringsarts achtte cliënt in staat goed gestructureerde werkzaamheden te verrichten in een voorspelbare werksituatie zonder veelvuldige verstoringen en zonder noodzaak tot intensieve samenwerking of intensief klantcontact, zonder noodzaak tot conflicthantering dan wel grote verantwoordelijkheden. niet (meer) aangewezen op intensieve begeleiding. na arbeidsdeskundige onderzoek werd cliënt op basis van functieduiding een verdiencapaciteit van 100% vastgesteld en wer wajong uitkering per 2006 ingetrokken.

cliënt was in 2007 werkzaam als huishoudelijk medewerker voor thuiszorg, in 2008 als outbound telefonisch medewerker bij ministerie van landbouw, 2008-2009 klantenservice medewerker bij de ib-groep in groningen en 2009-2010 bij uwv (kcc=klantencontactcentrum telefonisch te woord staan van klanten, doorzetten van inhoudelijke vragen naar medewerkers).

in 2010 deed cliënt een aanvraag voor een iro welke hij kreeg toegekend. in 2011 deed cliënt opnieuw een aanvraag voor wajong uitkering, waarbij hij aangaf dat er bij hem een autistische stoornis was vastgesteld. in verband hiermee vond medio 2011 medische beoordeling plaats om te beoordelen of er een aanleiding was terug te komen op eerdere beslissing in 2005. naar voren kwam dat cliënt na het behalen van diploma mbo-4 sociaal juridisch medewerker verder gegaan was met studeren en aansluitend een hbo opleiding begonnen was, eerst een jaar sociaal juridische dienstverlening (2006-2007), vervolgens nog een jaar maatschappelijke dienstverlening. cliënt bleek inmiddels te werken als helpdeskmedewerker bij een callcenter voor 24 uur per week. cliënt meldde zich begin 2011 bij een ggz instantie voor nadere diagnostiek in het kader van ass. klachten van vermoeidheid sinds hbo studie maar nadien ook in het werk, en in juni 2011 toegenomen na onruti bij toenmalige werkgever over een vreemde geur in het gebouw. sociaal teruggetrokken cliënt blijkt nu getrouwd te zijn. kenmerken van problemen in sociale interactie, communicatie en rigiditeit. bij testen beneden gemiddelde intelligentie, niet passend bij gevolgde mbo-4 opleiding. bij neuropsychologisch onderzoek geen problemen met aandacht, geheugen en planning. diagnose ass werd gesteld. de verzekeringsarts oordeelde dat de diagnose die de verzekeringsarts bij medisch beoordeling in 2005 reeds vermoedde bevestigd is. dat de verzekeringsarts bij beoordeling van de benutbare mogelijkheden hiermee rekening heeft gehouden en dat er derhalve geen aanleiding is om dit oordeel onjuist te achten.

aanvullende gronden

gemachtigde is ht niet eens dat er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden omdat in tegenstelling tot eerder de diagnose ass gesteld is. dat wel gebleken is dat cliënt nooit een reguliere baan heeft kunnen behouden en daarbuiten ernstige vermoeidheidsklachten heeft en problemen met de sociale interactie. in de aanvullende gronden 2011 geeft gemachtigde aan dat er op grond van de diagnose ass meer beperkingen aan de orde zijn en wel ten aanzien van concentreren van de aandacht, verdelen van aandacht, herinneren en inzicht in eigen kunnen, handelingstempo, emotionele problemen van anderen hanteren. aanvullende gronden 2011 betreft meer uigebreid dezelfde gegevens van het onderzoek bij de ggz-instelling, die reeds in het kader van primaire beoordeling door cliënt werden ingerbacht. daarbij echter ook nog een vervolgschijven 2011 waaruit naar voren komt dat cliënt ondanks ass nog relatief goed functioneert en geen echte hulpvraag meer te hebben behoudens het zoeken naar dagbesteding. vermelding dat cliént er tegenop ziet om weer te gaan werken, moe, verzorgen van een kind kost hem veel energie. behandeltraject bij de ggz-instelling is afgesloten. cliënt krijg verdere hulp van specialistisch ggz-instelling welke zich richt op ass.

gemachtigde leest pleitnotitie voor, zie dossier. kort samengevat wel nieuwe feiten, cliënt kan vanwege vermoeidheid niet meer dan 3 x 6 uur per week werken, ook beperkt ten aanzien van concentreren en aandacht verdelen, herinneren, doelmatig handelen (alles uitstellen tot het laatste moment). meer recent ook beperkt, vanwege oorsuizen en overgevoelig voor toch, geuren en stof dan last van hoofdpijn en duizeligheid. cliënt claimt vanwege vermoeidheid nooit fulltime te hebben kunnen werken. hij geeft daarbij aan dat de vermoeidheid 2010 was cliënt werkzaam bij een bedrijf dat er een incident plaats vond tijdens het werk. er was sprake van een vreemde lucht, medewerkers moesten het gebouw verlaten. medewerkers kregen zuurstof toegediend. cliënt overigens niet omdat het ambulance personeel vergeten was de zuurstof toediening aan te zetten. andere medewerkers werden uit voorzorg naar het ziekenhuis gestuurd. nader onderzoek inclusief arbeidsinspectie geen specifieke oorzaak vastgesteld. nadien kreeg cliënt ook last van metaallucht in dit gebouw en een rioollucht. cliënt heeft sindsdien toename van vermoeidheisklachten, geeft aan heel gevoelig te zijn voor geuren/klimaatsomstandigheden in de werkomgeving. in 2010 ook tinnitus gekregen, hiervoor op eigen initiatief behandeling gezocht in duitsland. 10-12 x predinisoloninfuus van de kno-art met goed effect, tinnitus verdwenen, echter sinds 2011 weer last. in 2011 moest cliënt op 6e etage bij zijn huidige werkgever gaan werken en op deze etage ervaart hij een vreemde geur waarbij hij meer last heeft van vermoeidheid en duizeligheid. cliënt heeft tot heden zo kunnen regelen dat hij op een andere etage kon gaan werken. er is onderzoek gedaan naar het klimaat, dit heeft niks opgeleverd behoudens advies aircondition vaker te reinigen. een andere collega met co2 meter heeft vastgesteld dat de meter aangaf bij volle werkzaal de meter stond op 2200 ppm. cliënt werkt sinds eind 2010 bij het callcenter en 4 x 7 uur per week als helpdeskmedewerker, afhandelen van telefoontjes van vaak boze/geïrriteerde klanten op de klachten afdeling.

cliënt heeft na kamertraining ook zelfstandig een jaar in een dorp gewoond zonder hulp, is vanaf 2006 gaan samenwonen. cliënt geeft aan nog hulp in de huishouding te willen.

observatie

cliënt zit rustig tijdens hoorzitting, zoekt ook geregeld oogcontact met degene tot wie hij spreekt. spreekt normaal vlot, geeft adequaat antwoorden op vragen zonder hierbij hulp van zijn gemachtigde nodig te hebben.

overweging

de primaire verzekeringsarts heeft bij de beoordeling 2005 geoordeeld dat cliënt rekening houdend met pdd-nos en obsessief compulsieve trekken in staat is goed gestructureerde werkzaamheden te verrichten in een voorspelbare werksituatie zonder veelvuldige verstoringen en zonder noodzaak tot intensieve samenwerking of intensief klantcontact, zonder noodzaak voor conflicthantering dan wel grote verantwoordelijkheden. zie fml lijst. na arbeidsdeskundig onderzoek werd cliënt op basis van functieduiding een verdiencapaciteit van 100% vastgesteld en werd de wajong uitkering per 2006 ingetrokken. de primaire verzekeringsarts heeft naar aanleiding van een nieuwe aanvraag 2011 voor wajong uitkering met de claim dat er sprake is van een autisme spectrum stoornis (ass) 2011 een medisch onderzoek verricht en geoordeeld dat er geen aanleiding is om cliënt op 2006 meer beperkt te achten dan destijds bij medische beoordeling van 2005 is vastgesteld.

gemachtigde cq cliënt claimen dat cliënt meer beperkt is in zijn mogelijkheden vanwege ass. dan cliënt vanwege vermoeidheid niet meer dan 3 x 6 uur per week kan werken, ook beperkt is ten aanzien van concentreren en aandacht verdelen, herinneren, doelmatig handelen (alles uitstellen tot het laatste moment) handelingstempo en emotionele problemen van anderen hanteren. meer recent ook beperkt vanwege oorsuizen en overgevoelig voor tocht, geuren en stof dan last van hoofdpijn en duizeligheid.

mijn standpunt is dat ik het eens kan zijn met het oordeel van primaire verzekeringsarts dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat cliënt op 2006 meer beperkt was in zijn mogelijkheden. daarbij zie ik ook geen aanleiding om te veronderstellen dat cliënt in de 5 jaar na 2006 meer beperkt is geworden in zijn mogelijkheden als gevolg van dezelfde ziekte oorzaak.

argumenten zijn hiervoor de volgende:

1. er is bij cliënt bij toenmalige medische beoordeling 2005 reeds vermeld dat cliënt trekken heeft van een ass en hiermee is ruim rekening gehouden bij het aangeven van de benutbare mogelijkheden ten aanzien van persoonlijk functioneren en sociaal functioneren. het feit dat in 2011 het vermoeden van de verzekeringsarts werd bevestigd dat er sprake is van een ass maakt dit niet anders.
2. cliënt heeft vanaf 2006 steeds werkzaamheden verricht waarbij hij telefonisch contact heeft met klanten, die geregeld ook boos / geïrriteerd en soms agressief zijn, werkzaamheden die gelet op zijn beperkingen niet ideaal zijn. daarbij ook nogal eens wisselingen van de afdeling, werkgever (immers steeds via uitzendconstructie werkzaam) hetgeen ook voor cliënt stresserend is (gebaat bij voorspelbare werksituatie). dat dergelijke werkzaamheden cliënt veel energie vergen is wel begrijpelijk. het vormt echter geen aanleiding om te veronderstellen dat hij in passende werkzaamheden niet hele dagen / volledige werkweek zou kunnen werken.
3. gemachtigde claimt dat cliënt ook cognitief beperkt is ten aanzien van onthouden, concentreren, aandacht verdelen als ook wat betreft handelingstempo. bij neuropsychologisch onderzoek (het gaat dan om complex denkwerk) op dat cliënt vrij traag werktempo heeft. dit is echter iets anders dan handelingstempo voor eenvoudige concrete werkzaamheden. er is gelet op de werkzaamheden die cliënt de afgelopen jaren heeft verricht en zijn presentatie op het spreekuur zeker geen aanleiding om te veronderstellen dat cliënt een vertraagd handelingstempo heeft. het zelfde overigens voor doelmatig handelen, cliënt heeft daarbij ook geen problemen met plannen.
4. gemachtigde claimt dat cliënt ten onrechte niet beperkt is ten aanzien van het het hanteren van emoties van andere. (fml item ii-6). bij dit item gaat het om de vraag of cliënt zelf verhoogd kwetsbaar is voor emotionele reacties van anderen, hier abnormaal sterk door wordt getroffen. dit is bij cliënt juist niet het geval. dat cliënt minder goed in staat is om zich in te leven in emoties van anderen op grond van ass is aannemelijk maar valt niet onder dit item maar onder items als conflicthantering en samenwerken. hiervoor zijn ook beperkingen gesteld in de fml van 2005.
5. er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de benutbare mogelijkheden van cliënt in de 5 jaar na 2005 afgenomen zijn als gevolg van dezelfde ziekte oorzaak. bij onderzoek van de ggz 2011 werd vastgesteld dat er bij cliënt niet tegenstaande ass sprake is van een relatief goed functioneren en er geen specifieke hulpvraag was, behoudens op dat moment hulp bij zoeken naar dagbesteding cq er tegen op zien om weer aan het werk t gaan. cliënt heeft na 2006 steeds gestudeerd of gewerkt, ook langere tijd bij inlener.
6. cliënt claimt ook afname van benutbare mogelijkheden als gevolg van tinnitus (2010 een periode) en sinds eind 2011 weer opnieuw, als ook overgevoeligheid voor vreemde geuren/klimaatomstandigheden in kantoren. afgezien van de vraag of dit aanleiding geeft tot het stellen van (meer) beperkingen is er hierbij sprake van een andere gezondheidsklacht niet vallend onder het begrip zelfde ziekte oorzaak.


conclusie

er is geen aanleiding om te veronderstellen dat cliënt in 2006 meer beperkt was in zijn mogelijkheden dan in de fml van 2005 werd afgegeven.
er is ook geen aanleiding om te veronderstellen dat cliënt in de 5 jaar na intrekking wajong uitkering (2006) meer beperkt was in zijn mogelijkheden als gevolg van dezelfde ziekte oorzaak.